Geschiedenis van Biert

Het buurtschap Biert is in de veertiende eeuw een welvarend dorp met twee kerken. Vijf eeuwen later heerst er armoede in dit gehucht met een bijzondere geschiedenis.

Biert ligt in de 14 e eeuw nog aan de rivier de Bernisse, een belangrijke rivier in de Middeleeuwen. De Bernisse is een drukke handelsroute en daardoor kent Biert welvaart. Dat blijkt ook uit een bepaling uit het jaar 1375 waarin staat dat de parochiekerk van Biert jaarlijks 32 Hollandse ponden moet betalen aan de kapittelkerk van Geervliet. Voor die tijd is het een enorm bedrag.

In Biert staan rond 1375 zelfs twee kerken. De ene parochie is gewijd aan de maagd Maria, de andere aan de heilige Nicolaas, de beschermheilige tegen watersnood en dieven. Veel is er over Biert niet bekend uit die tijd. Eén van de kerken verdwijnt, maar het is niet duidelijk of de kerk is gesloopt of bijvoorbeeld afgebrand. De andere kerk gaat in 1884 door brand verloren.

In een charter uit 1304 waarin Simonshaven ter bedijking wordt uitgegeven wordt Biert voor het eerst vermeld. Gesproken wordt over een gebied tussen Vriesland en Biervliet, dat door Nicolaas III can Putten mag worden ingepolderd en dat later Simonshaven zou worden genoemd. De vier eilandjes Geervliet, Biervliet, Spijkenisse en Vriesland werden onderling verbonden door een nieuwe dijk, waardoor zowel de polder Simonshaven ontstond, als de ringdijk van het hele eiland Putten werd gesloten. Maar ook werd de nabijgelegen Welvliet afgedamd, wat gevolgen had voor Biert: hierdoor moest hun afwatering worden verplaatst naar de Bernisse. 

Biert is klein gebleven terwijl de nederzettingen in de omringende polders uitgroeiden tot dorpen. Daar zijn diverse redenen voor: 

  • Alle dorpen die tot ontwikkeling kwamen, hadden een haven naar open water. Biert had geen haven.
  • Biert had zelfs geen verbinding met open water meer sinds de Welvliet was afgedamd in 1305 (voor het inpolderen van Simonshaven).
  • De naam Welvliet wijst naar opwellend water met een hoog zoutgehalte. De gronden rond deze vliet hebben slechts een dunne kleilaag, die al vroeg niet meer geschikt was voor akkerbouw, alleen nog voor de minder lucratieve veeteelt. Daardoor konden minder mensen er een bestaan hebben en daalde het inwoneraantal.

Bovendien slibde in de loop der jaren de Bernisse dicht, waardoor er geen handel mee mogelijk was (alle vervoer ging destijds over water). 

Begin 1600 woonden in het dorp niet meer dan 100 inwoners, verdeeld over een 17-tal huizen. Honderd jaar later bestond het dorp uit 12 huizen. In het jaar 1762 was Ocker Gevaerts de ambachtsheer van Geervliet, Simonshaven en Biert, naast zijn functie van burgemeester van Dordrecht. Het aantal inwoners daalde gestaag tot 65 inwoners in 1795. De ambten van schout en secretaris van Biert en Simonshaven werden in die tijd samengevoegd. Biert heeft tot 1884 nog een eigen kerk gehad.  In 1884 is deze kerk afgebrand en niet meer herbouwd. De kerk lag kort achter de bestaande bebouwing, de huidige Kerkweg in Biert verwijst hier nog naar.


Bij de invoering van de gemeente als bestuursvorm in Nederland rond 1812 was Biert een deel van de gemeente Geervliet. Op 1 april 1817 viel de gemeente in drieën uiteen: Biert, Schuddebeurs en Simonshaven werden aparte gemeenten. Biert bestond slechts ca. 38 jaar als zelfstandige gemeente; op 1 sept. 1855 werd Biert weer opgenomen in Geervliet (en Schuddebeurs en Simonshaven ook). Tot 1 januari 1980 bleef Biert een deel van Geervliet. Op die datum fuseerden de gemeenten Geervliet, Abbenbroek, Heenvliet, Oudenhoorn en Zuidland tot de nieuwe gemeente Bernisse en werd ook Biert een deel van Bernisse. Sinds 1 januari 2015 maakt Biert deel uit van de gemeente Nissewaard, die gevormd werd uit de fusie van Bernisse en Spijkenisse. 

De officiële -lange- naam van de heerlijkheid (en van 1817 – 1855: gemeente) was Biert en Stompert (ook ’Stompaard’, poldertje uit 1459 dat net ten zuiden van Biert ligt). 

Biert ligt (grotendeels) aan de westzijde langs de Biertsedijk in de polder Biert. Aan de andere kant van de dijk bevinden zich De Wellevliet en Fikkershil. De dijk steekt ongeveer 1,6 meter uit boven de polder, die zich op ongeveer 1,4 meter onder NAP bevindt. 

De naam Biert zou een verbastering kunnen zijn van Biervliet (vergelijkbaar met de gelijknamige plaats in Zeeland). In de middeleeuwen zou het een overslagplaats zijn van bier, gebrouwen in de Zuid-Hollandse steden. Deze verklaring staat niet vast. 

De polder Biert bestaat uit drassige graslanden in kleine niet geordende percelen, waar tussen brede sloten, met enkel omdijkte kreekrestanten. (Welvliet, Oostenrijk en Vierambachtenboezem) Het is één van de laagste delen van Putten, circa 1.7 meter beneden NAP. Het water in de greppels en sloten is brak als gevolg van het zoute kwelderwater. De veenbodem van het in de 14e eeuw ingepolderde land is sterk ingeklonken. In het gebied komen zoutminnende planten voor zoals schijnspurrie, aarbeiklaver en rode ogentroost. Rond de kreken op de hoger gelegen delen zijn orchideeën te vinden. De gevarieerde, extensief beheerde, graslanden zijn een belangrijk broedgevied voor weidevogels als grutto, graspieper, leeuwerik en slobeend. In het najaar komen de noordelijke vogels, zoals vele soorten ganzen, die hier overwinteren